Zelfstandig
Marcel Brok is ervan overtuigd dat EurekaRail de internationale ambities van Noord-Brabant een duwtje in de rug heeft gegeven. ‘Zeker. We hebben de kans gekregen om een stuurgroep te vormen die zelfstandig kon opereren. Met eigen budget én met vertegenwoordigers van het Ministerie van Infrastructuur en Water, het ministerie van Nord-Rhein Westfalen, de provinciebesturen van Limburg en Brabant, de Verkehrsverbunden NVR en VRR en ProRail in een adviesrol. We hebben via een programmatische aanpak en met goede ondersteuning van een onafhankelijk onderzoeksconsortium gezamenlijk een koers bepaald en doelen gesteld. Een taai proces, zeker. Veel ideeën en plannen zijn van tafel gegaan of moesten achteraf nog wel worden getoetst, maar uiteindelijk hebben we wel samen speerpunten geformuleerd. Eindhoven-Düsseldorf dus en ook de betere verbinding tussen Heerlen en Aken. Met zo’n breed draagvlak is het makkelijker om aan te kloppen bij de nationale overheden die uiteindelijk knopen moeten doorhakken. Ze weten dat alle belangen zijn afgewogen, dat iedereen beter wordt van een investering in grensoverschrijdend vervoer. Dat werkt beter dan als provincie een plan maken en dan op eigen houtje in Den Haag aankloppen. Met EurekaRail hadden we Den Haag al aan tafel. Die samenwerking tussen diverse overheden heeft zich echt als een meerwaarde in dit project bewezen.’
Provincies
Marcel Brok is ook blij met de gezamenlijke inspanningen voor een Intercityverbinding tussen Eindhoven en Aken via Heerlen. ‘Ik hoop dat die er komt. Limburg en Brabant raken steeds meer met elkaar verweven. Economisch via de Brightlands Campussen en ook met logistieke knooppunten. In EurekaRail zag ik de samenwerking tussen beide provincies hechter worden. In het zuiden kan de rechtstreekse connectie met Duitsland beter, dat is een gezamenlijk belang. Er rijdt nu al een trein tussen Maastricht en Aken via Heerlen. Heerlen zou kunnen gaan fungeren als knooppunt tussen de Randstad/Eindhoven en Aken. Het zal duurzame mobiliteit alleen maar bevorderen.’
Er zijn resultaten geboekt, maar de wensenlijst is nog lang. Wordt EurekaRail te vroeg in de ijskast gezet? ‘Dat durf ik zo niet te zeggen. We hebben een mooie aanzet gemaakt, zaken op gang gebracht. Iedereen is ervan doordrongen dat die spoorverbindingen beter moeten. Om mobiliteit te bevorderen en het milieu te sparen. In Nederland zien we dat internationale treinverbindingen inmiddels prominent op de agenda staan. Het ministerie inventariseert daarom momenteel onder de vlag van het Toekomstbeeld OV 2040 waar de knelpunten liggen en wat er moet gebeuren. Het is goed dat dit op centraal niveau gebeurt. Ik denk ook dat het overleg met België en Duitsland goed is, dat de landen kijken hoe ze gezamenlijk dat spoornet verder kunnen verbeteren en internationaliseren. Is EurekaRail daarvoor nodig? We hebben wel bewezen dat deze vorm van samenwerking goed werkt. Mocht er een beroep op me gedaan worden, ik doe graag weer mee.’